“Ja, ik word gewoon zelf ookblij van zingen.” Ervaringen van naasten van mensen met dementie met zingen ineen participatiekoor 

Context: Dementie is een ziekte met een toenemende prevalentie waarbij er een groot beroep wordt gedaan op verwanten. Omdat farmacologische behandeling niet mogelijk is, wordt er gekeken naar niet medicamenteuze behandelingen. Hierbij zijn culturele interventies steeds meer onderzocht, met positieve uitkomsten. Zingen in een koor kan voor mensen met dementie voor veelbelovende effcten zorgen, maar ook kan het voor mantelzorgers veel betekenen. Eerder onderzoek naar zingen met dementie is hoopgevend, maar er is in Nederlandse context nog geen onderzoek gedaan.

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de ervaringen van naasten van mensen met dementie bij het meedoen in een participatiekoor?

Methoden:
Dit onderzoek heeft zich voltrokken onder deelnemers van verschillende koren binnen een Nederlandse stichting voor zingen met dementie. Er is gekeken vanuit een fenomenologisch paradigma, en voor de interviews is gebruik gemaakt van 9 semi-gestructureerde interviews. Voor de interviews is gebruik gemaakt van een topiclijst met de onderwerpen motivatie, gang van zaken, emoties, sociale connecties, band met naaste, en mantelzorg. Deze interviews zijn vervolgens thematisch geanalyseerd.

Resultaten:
Uit de interviews zijn vier thema’s naar boven gekomen: Meezingen in een participatiekoor vraagt veel, maar biedt nog meer; Mantelzingen is de grote verbinder;
Mijn naaste mag er weer zijn; en Logistieke aspecten kleuren ervaring.

Conclusie:
Wat duidelijk is geworden uit dit onderzoek is dat deelnemers veel waarde hechten aan het zingen in een koor met hun naaste. Belangrijk hierbij is het gevoel dat hun naaste er weer mag zijn. Ook is verbinding in het koor belangrijk voor deze waardering. Desalniettemin vraagt het deelnemen aan een participatiekoor voor de mantelzorgers veel, waarbij de logistiek rondom de koren soms voor moeilijkheden zorgt.

Link naar de scriptie van Rifka Dirkzwager.