Kernprincipes voor burgerwetenschap / citizen science

Hier volgt een samenvatting van de reisgids, vertaald in 11 kernprincipes voor het doen van burgerwetenschap ter bevordering van sociale innovatie.

1. Neem de tijd om elkaar te ontmoeten als co-onderzoekers en wissel elkaars perspectief uit over uitgangspunten van dit type onderzoek.

2. Een voorfase is een belangrijke voorwaarde voor participatief werken. Tijdens de voorbereidende fase ontwikkel je gevoeligheid voor het begrijpen van de lokale situatie (zoals de behoeften en wensen van de lokale bevolking en de co-onderzoekers).

3. Een aantal basisvragen over burgerwetenschap zijn essentieel om te bespreken met het onderzoeksteam, zoals 'welke taken heeft ieder in het onderzoeksteam?’, 'wat bedoelen we samen met ‘burgerwetenschappen'?’ Dit voorkomt miscommunicatie en zorgt voor een beter begrip van elkaars standpunten.

4. Burgerwetenschappers en academisch wetenschappers bepalen samen de onderzoeksdoelen, kiezen methoden die aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de gemeenschap en schrijven samen een gezamenlijk onderzoeksplan. (Mede)eigenaarschap is essentieel in dit proces, zodat het plan door iedereen gedragen wordt.

5. Het is cruciaal om een dialoog over participatie te hebben door terugkerende reflectie op het participatieproces. Zo zorg je dat de samenwerking in lijn is met de gedeelde principes van burgerwetenschap. Hiermee versterk je een gemeenschappelijke basis.

6. Een leidend principe is co-eigenaarschap. Alle partners zijn eigenaar van het onderzoeksproces. Communiceer daarom in een taal die iedereen kan begrijpen. Communicatie is de lijm in de complexiteit van samenwerking. Stimuleer het opbouwen van bewustzijn, reflectie en het onderhouden van een continue dialoog. Zelfs als burgers niet aan alle facetten van het onderzoek kunnen deelnemen, omdat een fase bijvoorbeeld te technisch is, kan hen toch gevraagd worden hoe ze zouden willen deelnemen.

7. Democratische participatie met gelijkwaardigheid voor iedereen is gegarandeerd, zodat iedereen op een passende manier kan deelnemen.

8. Subsidiestructuren moeten flexibel zijn qua focus en verantwoordingsprocessen. Idealiter hebben deze veel aandacht voor het proces en voor de manier waarop deelnemers aan het onderzoek meedoen. De lokale context waarin burgerwetenschap plaatsvindt is essentieel. Dit vereist een andere dan de klassieke subsidiestructuur.

9. Participatief onderzoek vraagt veel tijd van alle betrokkenen. Deze tijd is ook nodig om deelname van diverse burgers te garanderen. Er kunnen verschillende werkvormen gebruikt worden om deze diversiteit te waarborgen.

10. Bewustwording, reflectie en een voortdurende dialoog zijn belangrijke ingrediënten voor kennisrechtvaardigheid (Fricker, 2013). Omdat de ene persoon andersoortige kennis heeft (academische, technische of ervaringskennis) kan er een onbalans in macht ontstaan. Aandacht voor epistemische rechtvaardigheid gaat dit tegen.

11. Voorafgaand aan het onderzoek is het belangrijk om met elkaar te communiceren over het beoogde (eind) doel.


Over deze kern-principes principles en over ons


Deze reisgids is mede gemaakt door Marja Peltenburg, Marlene Hoynck, Danny van Bemmel, Tamar Shahinian en Barbara Groot-Sluijsmans. We waren betrokken bij een twee jaar durend citizen science project “It takes a village to grow old”. De gids is gebaseerd op de ervaringen tijdens dit participatief onderzoek. Voor het samenstellen van deze gids zijn verschillende werkmethodes gebruikt zoals: participerende observaties, reflectiegesprekken over processen, schriftelijke uitwisselingen van de reisgids, groepssessies met gebruik van op kunst gebaseerde methoden, online sessie over principes van burgerwetenschap en werksessies tijdens internationale conferenties.

Meer informatie: Reisgids voor burgerwetenschappen / citizen science